De anatomie van de haar

Aan de oppervlakte bestaat een haar uit dode hoornstof (keratine). In de huid bevindt zich het levende gedeelte: de kiemzone met de haarpapil en haarwortel. Hierin worden continu nieuwe cellen aangemaakt die rijkelijk gevoed worden door de aanwezige bloedvaten.

Dat haren door het scheren sneller teruggroeien, is een mythe. Haren groeien namelijk vanuit de kiemzone en niet aan de haarpunt. 
Als u regelmatig uw haren bij de kapper laat knippen, worden ze ook niet dikker en u krijgt er ook niet meer haren van.

Het is wel zo dat de uiteinden van de afgeschoren haren wat stugger of stoppelig aanvoelen. Dit komt doordat de haren hun fijne puntjes kwijt zijn na het scheren of knippen en u dan het dikste deel van de haren voelt.

Wanneer we haren uittrekken, kunnen er vier dingen gebeuren:
1) Het uittrekken veroorzaakt een verhoogde bloedtoevoer waardoor de groeicellen extra worden gestimuleerd. Er komen niet meer haren maar ze steken relatief snel de kop op.
2) Door het regelmatig uittrekken verzwakken de haren en komen ze kleiner en dunner terug. 
3) De haren worden verlengd in een rustfase gebracht en komen na een tijdje plotseling weer tevoorschijn. 
4) De haarkiem wordt beschadigd en scheef getrokken waardoor het haar kromgroeit. Krom gegroeide haren veroorzaken gemakkelijk ontstekingen en zijn moeilijker te verwijderen.

Kromgegroeide haar: